Geachte heer Buijs,
Op 17-04-2025 ontving ik deze summiere email van u waarin u aangeeft niet meer inhoudelijk op mijn emails te reageren. Dit past in het al jarenlange patroon van gemeente Roosendaal en haar gemeenteraad die heldere en duidelijke vragen van mij die maatschappelijk relevant zijn weigeren te beantwoorden.
Geachte heer Nibbering,
Na onze afspraak van 31 maart jl. heb ik diverse e-mails van u ontvangen. Ik had al uw vragen graag beantwoord tijdens ons gesprek, maar u koos er helaas al gauw voor om het gesprek (na nog geen 5 minuten) te beëindigen. Ik zal dan ook niet meer inhoudelijk op uw e-mails reageren.
Uw Woo verzoek en uw verzoek tot het opheffen van de geheimhouding op de vaststellingsovereenkomst zullen wij in behandeling nemen en beantwoorden.
Mark Buijs
Burgemeester
U kiest ervoor om de verantwoordelijkheid voor onze niet-productieve conversatie bij mij neer te leggen. Dat vind ik onterecht. U had een half uur voor mij ingepland, maar verscheen een kwartier te laat. Ik had u vooraf twee concrete gespreksonderwerpen aangereikt, maar u koos ervoor om een volledig andere aanvliegroute te volgen, die ik als ontwijkend en verhullend heb ervaren. Het resterende gesprek van tien minuten achtte ik daarom niet zinvol. Desondanks heb ik u bij vertrek nog gewoon een hand gegeven.
In onze correspondentie heb ik u een expliciete vraag gesteld over het handelen van uw voorganger, de heer Han van Midden. Hij heeft willens en wetens een besluit genomen dat mij onnodig en aantoonbaar financiële schade heeft berokkend. Uiteraard mag een bestuurder besluiten nemen die nadelig uitpakken voor een burger, maar dat ontslaat hem niet van de plicht zijn besluit zorgvuldig te motiveren en af te wegen, zeker als het gaat om een schadepost van meer dan €200.000.
In dit geval heeft hij bovendien het interne advies van de concerncontroller – die deze gevoelige kwestie al jarenlang volgde – naast zich neergelegd, terwijl hij zelf pas net was aangetreden. Daarna heeft hij zich aan verdere verantwoording onttrokken door geen enkele reactie meer te geven en voortijdig te vertrekken. Daarmee heeft hij meerdere beginselen van behoorlijk bestuur geschonden, waaronder:
- het motiveringsbeginsel (een besluit moet deugdelijk gemotiveerd zijn),
- het zorgvuldigheidsbeginsel (alle relevante feiten en belangen dienen te worden betrokken),
- het fair play-beginsel (een bestuursorgaan moet eerlijk en transparant opereren tegenover burgers).
Mijn formele klacht hierover is noch door uw klachtenafdeling noch door de Commissie Ombudsman in behandeling genomen. Voor een buitenstaander wekt dit onvermijdelijk de indruk dat uw gemeente iets te verbergen heeft.
U bent als opvolgend burgemeester bestuurlijk verantwoordelijk voor het handelen van uw ambtsvoorganger. Die rechtsopvolging betekent niet dat u persoonlijk schuldig bent aan zijn handelen, maar wel dat u als eindverantwoordelijke van het gemeentebestuur verplicht bent om misstanden uit het verleden serieus te nemen en daar transparant over te communiceren. Zeker wanneer u de integriteit van het openbaar bestuur zegt te willen waarborgen – een rol die expliciet aan de burgemeester is toegekend sinds de invoering van de Wet versterking decentrale rekenkamers en de verdere uitwerking van de rol van de burgemeester als hoeder van integriteit (vgl. Ministerie van BZK, 2019).
U heeft mijn vraag – waarom dit besluit zonder motivering en tegen intern advies is genomen – echter opnieuw niet beantwoord. Evenmin onderbouwt u waarom u daartoe niet bereid bent. Ook dat is in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur en met uw bijzondere verantwoordelijkheid voor integer bestuur. Uit uw email meen ik op te kunnen maken dat u de vraag ook weigert te beantwoorden in de toekomst.
Ik kan dan ook niet anders dan concluderen dat het besluit van uw voorganger – en het structurele gebrek aan transparantie daarover – uitsluitend gericht was op het toebrengen van schade aan mij als burger. Het feit dat dit besluit bovendien buiten mijn medeweten is genomen en ik er pas via een WOO-verzoek achter ben gekomen, maakt het extra kwalijk.
Een burgemeester die bewust handelt met de intentie een burger schade toe te brengen, handelt niet alleen in strijd met zijn ambtseed en de wet, maar kan zich – afhankelijk van de feiten en omstandigheden – ook schuldig maken aan ambtsmisdrijven, zoals bedoeld in Titel XXVIII van het Wetboek van Strafrecht. Denk aan artikel 365 Sr (opzettelijk onrechtmatig gebruik maken van bevoegdheid) of zelfs artikel 366 Sr (schade toebrengen door het niet naleven van wettelijke verplichtingen), indien opzet en wederrechtelijkheid aantoonbaar zijn.
Ik zal uw besluit omtrent het opheffen van de geheimhoudingsverplichting rustig afwachten, evenals de uitkomsten van mijn twee WOO-procedures.
Daarna wil ik u verzoeken om – samen met mij – aangifte te doen tegen de heer Van Midden bij de Officier van Justitie.
U, als hoeder van de bestuurlijke integriteit, zult mijn handelen alleen maar kunnen toejuichen. Laten we samen de strijd aangaan tegen het jarenlang gevoerde beleid binnen de gemeente Roosendaal, waarbij burgers structureel genegeerd worden, transparantie ver te zoeken is en ambtenaren zelden tot nooit worden aangesproken op dubieus handelen.
Het voorbeeld van oud-burgemeester Han van Midden staat niet op zichzelf, maar is slechts één van de vele zaken die zich in de loop der jaren hebben afgespeeld.
Zodra u de geheimhoudingsplicht hebt opgeheven, zal ik alle relevante gebeurtenissen, onderbouwd met objectieve bewijzen, openbaren aan uw burgers.
U krijgt uiteraard de gelegenheid om op alles te reageren. Alle reacties worden onverkort en zonder redactionele tussenkomst op mijn website geplaatst.
Hoogachtend,
Bart Nibbering